Zoeken

De tand des tijds

Categorie

19de eeuw

Joris-Karl Huysmans

joris-karl-huysmans-large
Joris-Karl Huysmans

Ik schreef het reeds in mijn introductie. Mijn voorliefde is altijd uitgegaan naar de negentiende eeuw en dus zijn er bovengemiddeld veel figuren uit deze periode in de longlist geslopen. Na de uitstap naar het Verre Oosten in een ver verleden, gaan we opnieuw naar de tweede helft van de jaren 1800. In een vorige bijdrage werd er ingezoomd op denkers die probeerden om het mooie of het overweldigende van de natuur te vatten en te omschrijven. Deze man deed het omgekeerde. Hij beschreef het perverse van de menselijke natuur. Maak kennis met Joris-Karl Huysmans (1848-1907)

Van realisme naar decadentie

In het midden van de negentiende eeuw had het Positivisme, waarbij het wetenschappelijk denken ietwat contradictorisch was verheven tot een semireligieuze status, ook de contemporaine literatuur beïnvloed. De grote figuur binnen het realisme, Emile Zola (1840-1902), bestudeerde zijn onderwerpen en gebruikte een wetenschappelijk verantwoord schrijfproces. Het resultaat was een verzameling van moralistische werken, die vaak een maatschappijkritische boodschap hadden, als reactie op de escapistische Romantiek. Voor de avant-garde van de tweede helft van de negentiende eeuw toonden het realisme, met het naturalisme als diens radicale uitloper, echter vooral de bloedarmoede van de kunst aan, en van de wereld

c389tienne_carjat_portrait_of_charles_baudelaire_circa_1862
Charles Baudelaire

Joris-Karl Huysmans, in 1848 geboren als Charles-Marie-Georges Huysmans was een Parijse ambtenaar die zijn eerste literaire stappen volop in deze literaire stromingen zette, met vooral zijn boek Marthe, histoire d’une fille (1876) als belangrijke exponent. Het leverde hem onder andere de aandacht van Zola op. Maar halfweg de jaren tachtig was de sfeer compleet omgeslagen. Een artistieke tegenbeweging, het decadentisme, had zich vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw weten te manifesteren. Spilfiguren waren onder andere Charles Baudelaire (1821-1867) en Arthur Rimbaud (1854-1891). Het was die eerste die de term ennui zou enten, een esthetiserende variant op de weltschmerz. Er werd niet gegrepen naar het mooie of sublieme, maar wel naar het artificiële en het decadente.

Huysmans schreef een van de beruchtste werken binnen deze brede, onafgebakende stroming. De decadenten waren cultuurpessimisten, die zich afzetten tegen het burgerlijk materialisme, wentelend in hun ennui. Het was ook binnen deze kringen dat de figuur van de dandy gepopulariseerd werd. Zij vertegenwoordigden de schaduwzijde van het Fin de siècle en Huysmans zou hier uiteindelijk een belangrijke rol in spelen. Zijn À Rebours (Tegen de keer) uit 1884 werd een schandaalroman die een hele generatie kunstenaars zou beïnvloeden

À Rebours

Tegen de keer is een vreemdsoortige biografische roman over Jean des Esseintes, een gedegenereerde edelman die vanwege ziekte en een hardnekkig misprijzen voor zijn medemens zich opsluit in zijn luxueus verblijf, waarbij hij zich obsessief bezighoudt met vreemde interesses en terugdenkt aan zijn decadente periode in Parijs. In zijn jonge jaren had des Esseintes zich volledig laten gaan. Gedesillusioneerd trok hij zich uiteindelijk terug in zijn verblijf. Zelfs het plezier om te reizen is hem ontgaan. Voor hem kan de wereld en zijn medemens hem enkel teleurstellen. Wat volgt is een eenzaam leven, opgevuld door de queeste naar schoonheid en zinvolheid.

csm_78_60b790af21
Gustave Moreau – Salomé dansant devant Hérode (1876) (Hammer Museum, Los Angeles)

En dus probeert hij de verveling te verbannen door zich volledig te storten op zijn passies en obsessies. Deze zijn verschillend van aard, maar hebben gemeen dat ze afwijken van de contemporaine normen. De schilderijen hebben bij voorkeur donkere thematieken. Zo bewondert hij onder andere de figuur van Salomé, geschilderd door Gustave Moreau. Hij kiest niet voor de verfijnde klassieke Latijnse literatuur, maar de verbasterde vroegmiddeleeuwse variant. En hij is obsessief bezig met de decoratie van zijn woning (pagina’s en pagina’s), een duidelijk bewijs dat de figuur van des Esseintes, en het boek, te plaatsen zijn in het estheticisme. Tot zover zijn ietwat bizarre maar grotendeels redelijk onschuldige bezigheden.

2b8d7371acbe41179d7295ef9d55211c
Des Esseintes en zijn versierde schildpad (Vera Bock, 1937)

Maar des Esseintes heeft ook een verzameling giftige planten. Hij heeft een hekel aan mooie bloemen. Hij corrumpeert een jonge man door hem naar een exclusief bordeel te brengen, hopend dat hij zich zou moeten wenden tot een leven als crimineel om zijn nieuwe zonde te financieren. En in zijn verveling, hebzucht en drang naar schoonheid foltert hij een schildpad, door zijn schild te vergulden en vervolgens te decoreren met edelstenen, waarna het dier sterft door het gewicht.

— Brou ! fit-il, attristé par l’assaut de ces souvenirs. Il se leva pour rompre l’horrible charme de cette vision et, revenu dans la vie présente, il s’inquiéta de la tortue.

Elle ne bougeait toujours point, il la palpa ; elle était morte. Sans doute habituée à une existence sédentaire, à une humble vie passée sous sa pauvre carapace, elle n’avait pu supporter le luxe éblouissant qu’on lui imposait, la rutilante chape dont on l’avait vêtue, les pierreries dont on lui avait pavé le dos, comme un ciboire.

Ook houdt hij, om zijn excentriek imago te cultiveren, een black dinner, waarbij de gasten worden verwelkomd in een zwarte kamer, met zwarte decoratie, en naakte, zwarte vrouwen.

Dans la salle à manger tendue de noir, ouverte sur le jardin de sa maison subitement transformé, montrant ses allées poudrées de charbon, son petit bassin maintenant bordé d’une margelle de basalte et rempli d’encre et ses massifs tout disposés de cyprès et de pins, le dîner avait été apporté sur une nappe noire, garnie de corbeilles de violettes et de scabieuses, éclairée par des candélabres où brûlaient des flammes vertes et, par des chandeliers où flambaient des cierges.

Tandis qu’un orchestre dissimulé jouait des marches funèbres, les convives avaient été servis par des négresses nues, avec des mules et des bas en toile d’argent, semée de larmes.

Ook in zijn seksuele beleving is des Esseintes atypisch. Zo herinnert hij zich hoe hij opgewonden werd van een Amerikaanse acrobate, met een stevig lichaam, waarbij hij fantaseert over hoe haar vrouwelijkheid tijdens het vrijen zou worden verdreven door haar kracht en viriliteit. Om vervolgens met enige spijt te ontdekken dat ze net zo vrouwelijk is als andere minnaressen. Het is niet de enige keer dat in de erotische passages gealludeerd wordt op Esseintes biseksualiteit. Ook probeert hij een vrijpartij op te smukken door een vrouw te laten buikspreken. Vreemd genoeg intrigeert het Rooms-katholicisme des Esseintes, al kan hij zichzelf niet opbrengen om daadwerkelijk te geloven.

De ommekeer

À Rebours kreeg veel publiciteit, en hoewel het in bepaalde kringen verketterd werd, won Huysmans er ook heel wat aanzien mee, onder andere bij  kunstenaars als James McNeill Whistler (1834-1903), Stephane Mallarmé (1842-1898) en  Oscar Wilde (1854-1900). Die laatste verwerkte het boek zelfs in A Picture of Dorian Gray, waar het hoofdpersonage mede wordt gecorrumpeerd door een bijzonder boek dat wel heel hard doet denken aan À Rebours, wat door Wilde min of meer werd bevestigd tijdens zijn proces in 1895.

It was a novel without a plot and with only one character, being, indeed, simply a psychological study of a certain young Parisian who spent his life trying to realize in the nineteenth century all the passions and modes of thought that belonged to every century except his own, and to sum up, as it were, in himself the various moods through which the world-spirit had ever passed, loving for their mere artificiality those renunciations that men have unwisely called virtue, as much as those natural rebellions that wise men still call sin. […] It was a poisonous book. The heavy odour of incense seemed to cling about its pages and to trouble the brain. The mere cadence of the sentences, the subtle monotony of their music, so full as it was of complex refrains and movements elaborately repeated, produced in the mind of the lad, as he passed from chapter to chapter, a form of reverie, a malady of dreaming, that made him unconscious of the falling day and creeping shadows.

Na À Rebours neemt Huysmans echter zelf een ommekeer en zoekt hij inspiratie in het geloof, waaruit een trilogie voortvloeit over de spirituele reis van een zekere Durtal, die begint bij een verkenning van het satanisme en uiteindelijk eindigt in zijn bekering tot het katholicisme. In zijn laatste grote werk L’Oblat vertoeft het hoofdpersonage zelfs in een klooster, iets wat Huysmans zelf ook doet. Durtal, de protagonist van deze door religie geïnspireerde boeken, was meer op Huysmans gebaseerd dan de figuur van des Esseintes, hoewel er ook overeenkomsten waren tussen Huysmans’ ideeënkader en die van de decadente estheticist. Deze latere werken waren tijdens zijn leven populairder dan het controversiële Tegen de keer, iets wat honderd jaar later niet langer het geval meer zou zijn. Huysmans zou uiteindelijk in 1907 sterven aan kanker.

De biograaf van de decadentie

Huysmans was een bijzonder man. Hij was een ambtenaar die de literaire wereld even op zijn kop wist te zetten met een schandaalroman en sprong van droog realisme, in de trant van Zola, naar decadentie om te eindigen bij onversneden spirituele romans. Huysmans kreeg eerst een ereteken voor zijn verdiensten in de ambtenarij en pas daarna voor zijn literaire verwezenlijkingen. Ondanks deze veelzijdigheid is hij vooral bekend door die ene roman, die weinigen zelfs gelezen hebben. Toch is dat ene boek een bijzondere bijdrage aan de literatuurgeschiedenis, een biografie van een stroming die als tegenbeweging op het realisme zou opduiken, maar uiteindelijk mee de poort voor het modernisme open zou beuken.

Frederick Jackson Turner

picture_of_frederick_jackson_turner
Frederick Jackson Turner

De meeste historici ploeteren in de marge. In het beste geval weten zij het verleden te kneden tot iets dat een breed publiek aanspreekt. In het slechtste geval wijden ze hun leven aan het verkennen van ongekende krochten en worden ze, al te vaak, slechts gelezen door hun kennissen en collega’s binnen de academische muren. Maar heel af en toe duikt er een historicus op wiens onderzoek de geschiedwetenschap overstijgt, en die door middel van zijn of haar studie van het verleden ook het heden en de toekomst mee vormgeeft. Frederick Jackson Turner (1861-1932) was dat soort historicus.

How the West Was Won

Aan het einde van de negentiende eeuw had de jonge Amerikaanse staat al een grote transformatie gekend. Kolonisten en avonturiers hadden hun oog laten vallen op de gebieden ten westen van het territorium. Dit resulteerde in een gedeeltelijk gestimuleerde volksverhuizing. De Homestead Act van 1862, ondertekend door president Abraham Lincoln, zorgde ervoor dat men in bepaalde gebieden goedkoop of zelfs gratis land, in bezit van de overheid, kon verkrijgen. Vanaf het einde van de jaren 40 vond ook de gold rush plaats, waarbij goudzoekers hun heil gingen zoeken in het wilde westen.  Deze bewegingen werden verder versneld en versterkt door de uitbouw van een spoorwegnetwerk.

socal_01
Settlers in California, 1847

De expansie zorgde echter voor conflicten. In de Amerikaans-Mexicaanse oorlog, die tussen 1846 en 1848 werd uitgevochten, had de VS een derde van het territorium van Mexico afgesnoept. Deze nieuwe gebieden zorgden voor een verdere polarisatie tussen de noordelijke en zuidelijke staten, aangezien ze grensden aan de gebieden die zich manifest pro-slavernij opstelden. Deze expansie zou uiteindelijk mee leiden tot de Amerikaanse burgeroorlog.

Maar de grootste strijd werd geleverd met de indianenstammen. Zij zagen hun land afgenomen door de settlers en werden gedwongen om naar reservaten te gaan. Heel wat native Americans verloren hierbij hun leven en zij die het wel overleefden zagen de voor hen heilige landen en begraafplaatsen verdwijnen door een oprukkende industrialisering. In een poging om een einde aan het verzet te brengen en tegelijk de Indianen te integreren, werd in 1891 de Dawes Act gestemd, waarbij individuele native Americans land konden krijgen als ze apart van hun gemeenschap zouden gaan leven.

dawes-act
Affiche verkoop Indiaanse gronden (1911)

The Significance of the Frontier in American History

Het was in deze context dat de dan 32-jarige Frederick Jackson Turner, geboren in Wisconsin, zijn frontier thesis uitwerkte. Turner had in 1890 zijn doctoraat afgewerkt over de bonthandel in zijn geboortestaat, aan de John Hopkins University in Maryland, waarna hij teruggekeerd was om geschiedenis te doceren aan de  University of Wisconsin. In 1893 publiceerde hij The Significance of the Frontier in American History.

De frontier thesis stelt dat de Amerikaanse identiteit en democratie werden gevormd door de continue expansie naar het Westen en het steeds verschuiven van de grens, weg van de oorspronkelijke “Europese” kolonies. Met elke westwaartse uitbreiding moesten de kolonisten zich aanpassen aan de nieuwe omgeving en de bijhorende gevaren. Hierdoor ontstond een laagdrempelige, egalitair, democratische maar eveneens gewelddadige en extreem individualistische samenleving, die haaks stond op de elitaire instituten en formele praktijken van de Europese voorouders. Het verklaarde eveneens, aldus Turner, waarom individueel privébezit zo belangrijk was binnen de Amerikaanse identiteit en samenleving. De thesis was dus een manier om door middel van de geschiedwetenschap de aard van de Amerikaanse natie en haar inwoners te verklaren.

But the most important effect of the frontier has been in the promotion of democracy here and in Europe. As has been indicated, the frontier is productive of individualism. Complex society is precipitated by the wilderness into a kind of primitive organization based on the family. The tendency is anti-social. It produces antipathy to control, and particularly to any direct control. The tax-gatherer is viewed as a representative of oppression. Prof. Osgood, in an able article, has pointed out that the frontier conditions prevalent in the colonies are important factors in the explanation of the American Revolution, where individual liberty was sometimes confused with absence of all effective government. The same conditions aid in explaining the difficulty of instituting a strong government in the period of the confederacy. The frontier individualism has from the beginning promoted democracy.

Tegelijk moest Frederick Jackson Turner constateren dat de Verenigde Staten nu met een closed frontier zat. Naar aanleiding van de census van 1890 had de hoofdopzichter van de volkstelling verklaard dat de expansie van het Westen zodanig gevorderd was dat “there can hardly be said to be a frontier line.” Het was niet duidelijk wat het eindigen van de grens zou veroorzaken. Amerika was volop aan het industrialiseren en de steden werden geconfronteerd met massamigratie, en bijhorende verpaupering. Zonder de belofte van het avontuur en het verleggen van de grens was het maar de vraag welke dynamiek deze nieuwe realiteit, in de zogeheten Gilded Age, een periode van grote rijkdom, maar eveneens van raciale en populistische tegenbewegingen, zou teweegbrengen.

The stubborn American environment is there with its imperious summons to accept its conditions; the inherited ways of doing things are also there; and yet, in spite of environment, and in spite of custom, each frontier did indeed furnish a new field of opportunity, a gate of escape from the bondage of the past; and freshness, and confidence, and scorn of older society, impatience of its restraints and its ideas, and indifference to its lessons, have accompanied the frontier. What the Mediterranean Sea was to the Greeks, breaking the bond of custom, offering new experiences, calling out new institutions and activities, that, and more, the ever retreating frontier has been to the United States directly, and to the nations of Europe more remotely. And now, four centuries from the discovery of America, at the end of a hundred years of life under the Constitution, the frontier has gone, and with its going has closed the first period of American history.

Het belang van de frontier

De frontier thesis werd lange tijd gezien als een van de belangrijkste principes binnen de Amerikaanse geschiedschrijving, maar was vanwege de aard van de these ook een concept waarmee men in bredere zin het Amerikaans-zijn, de eigenheid van de relatief jonge natie probeerde te verklaren. Het had ook een duidelijke politieke weerslag. Het is echter fout te stellen dat het de basis was van het Amerikaanse imperialisme dat vanaf de jaren 1890 geïntensifieerd werd, met onder andere de Spaans-Amerikaanse oorlog van 1898.

Het principe van manifest destiny, waarbij werd geloofd dat het door een soort van voorzienigheid, een lotsbestendigheid, was dat de Amerikaanse kolonisten het Noord-Amerikaanse continent zouden bevolken, vond in het midden van de 19de eeuw ingang bij de Democraten, en werd later opgepikt door de Republikeinen, die het aan het einde van de 19de eeuw wél gingen linken aan overzeese expansie, en dus verder gingen dan in de oorspronkelijke context bedoeld was. De frontier thesis was dus niet nodig om af te stappen van de conservatievere interpretatie van de Monroe-doctrine (1823). Deze stelde dat Amerika aan de Amerikanen was en dat de Europese grootmachten zich niet mochten moeien met de jonge Latijns-Amerikaanse staten. En, niet onbelangrijk, dat de VS bijgevolg haar invloedssfeer kon uitbreiden).

We owe it, therefore, to candor and to the amicable relations existing between the United States and those powers to declare that we should consider any attempt on their part to extend their system to any portion of this hemisphere as dangerous to our peace and safety. With the existing colonies or dependencies of any European power, we have not interfered and shall not interfere. But with the Governments who have declared their independence and maintained it, and whose independence we have, on great consideration and on just principles, acknowledged, we could not view any interposition for the purpose of oppressing them, or controlling in any other manner their destiny, by any European power in any other light than as the manifestation of an unfriendly disposition toward the United States.

xmonroe-pagespeed-ic-al3xx218m_
James Monroe (1758-1831)

De frontier thesis is dus niet te plaatsen in dezelfde categorie als de theorieën van Friederich Ratzel, die mee aan de basis zouden liggen van het later door de Nazi’s geclaimde concept Lebensraum. Turner wou eerder verklaren dan sturen, en voor hem was de frontier een intern dynamisch gegeven en geen reden om nieuwe gebieden te veroveren of de invloedssfeer te vergroten. Dat het wel invloedrijk was, is te merken aan het gebruik ervan door onder andere Franklin D. Roosevelt en John F. Kennedy. Roosevelt refereerde naar de these m.b.t. de uitbouw van een sociaal zekerheidssysteem.

We have come a long way. But we still have a long way to go. There is still today a frontier that remains unconquered–an America unclaimed. This is the great, the nationwide frontier of insecurity, of human want and fear. This is the frontier–the America–we have set ourselves to reclaim.

John F. Kennedy gebruikte in 1960 de term dan weer in zijn acceptance speech op de Democratic National Convention, en hoewel hij het zelf niet meer zou meemaken, zou nog voor het einde van het decennium de Amerikaanse vlag ook op de maan geplant worden.

We stand today on the edge of a New Frontier — the frontier of the 1960s, the frontier of unknown opportunities and perils, the frontier of unfilled hopes and unfilled threats. … Beyond that frontier are uncharted areas of science and space, unsolved problems of peace and war, unconquered problems of ignorance and prejudice, unanswered questions of poverty and surplus.

Erfenis & kritiek

Het ideaal van de ondernemende, individualistische maar ruwe Amerikaanse eigenheid wordt tot op de dag van vandaag gecultiveerd. De pioniers en kolonisten van het westen hebben nog steeds een bijzonder aura over zich. Dit kwam en komt sterk tot uiting in bijvoorbeeld het western-genre. Zo heeft Frederick Jackson Turner ook zijn stempel gedrukt op de populaire cultuur. Het is niet voor niets dat het cowboy & indianengedeelte in Disneyland Frontierland heet.

frontierland1
Frontierland, Disneyland Parijs

Als verklarend begrip is het tegenwoordig wel veel minder dominant. Hoewel het verankerd is in de mythe van de Wild West, en de vorming van de Amerikaanse natie, wordt nu wel gesteld dat ook in deze gebieden klasse, ras en gender voor divisie hebben gezorgd, en dat er dus geen sprake was van een extreem egalitaire, informele samenleving. Anderen wezen er dan weer op dat het Westen van de VS niet gevormd moest worden, omdat dit al gebeurd was door de native Americans. Ten slotte investeerde de overheid wel veel in het aantrekken en cultiveren van de nieuwe landen en is het dus zeker niet zo dat er zich spontaan een informele, anti-elitaire democratie heeft gevormd, haaks op de structurele hiërarchie van Washington D.C.

Het is duidelijk dat het verklaringsmodel vandaag ietsje te simplistisch is om volledig overeind te blijven. Toch is Turner erin geslaagd om door middel van geschiedenis het historisch en natiebesef van de Amerikanen te kneden, en zo onrechtstreeks zelfs een rol te spelen in de uitbreiding van de Amerikaanse invloedssfeer die vanaf het einde van de 19de eeuw werd ingezet. En hoewel het toeval bepaalt wie uit de lange longlist van boeiende historische figuren op deze pagina’s mag verschijnen, is het misschien niet meer dan gepast om te beginnen met een historicus die een breed publiek wist aan te spreken en zo een  maatschappelijke rol heeft gespeeld.

Geïnteresseerden kunnen het volledige werk hier vinden.

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑